Minimaliseren

De maçonnieke werkwijze is een allusieve werkwijze. Dat wil zeggen: een methode waaraan men moet wennen en die men moet leren gebruiken. Allusief (zinspelend) is het elkaar toespelen van een symbool of ritueel dat binnen de groep begrepen wordt, verschillende betekenissen kan hebben en daardoor op verschillende wijze onder woorden kan worden gebracht door de deelhebbers aan het 'geheim'. Een fraai voorbeeld hiervan is de vis. In de oudste christengemeenten werd dit symbool in het zand getekend. Men zinspeelde hiermee op waakzaamheid (immers, een vis slaapt nooit), maar ook op het deelhebben aan de Christus. Wat dan vervolgens door de gemeenteleden op verschillende wijze kon worden geduid.

Binnen de vrijmetselarij wordt dus volgens deze allusieve methode gewerkt. Een veelvoorkomende combinatie van twee symbolen betreft de passer en de winkelhaak. De buitenstaander weet dat dit symbool staat voor 'vrijmetselarij'. De vrijmetselaar, als ingewijde en lid van de groep, associeert dit met veel meer. Naarmate men langer deelneemt aan deze werkwijze, wordt het aantal associaties waarschijnlijk groter. Men ziet er steeds meer in, het inzicht in hoe de dingen in elkaar steken wordt verruimd. Door dit groeiende inzicht te delen met anderen wordt de verbondenheid onder elkaar steeds groter.