225 jarig bestaan van Loge nr. 21 "Le Préjugé Vaincu"

Gepubliceerd op donderdag 22 oktober 2020 door Le Prejuge Vaincu

De vrijmetselarij is omgeven door geheimzinnigheid maar met eindeloos geduld weerspreken de broeders van het genootschap telkens weer het valse clichébeeld. "Als je in ons archief duikt, zie je bij elke open dag weer een stuk in de krant verschijnen dat we voor het eerst openheid geven", zegt Frans Corten van de Deventer loge.


De loge (vrijmetselaarsvereniging) van Deventer telt 76 leden en zit de laatste vijf jaar in de lift. Daarmee is het een van de grotere in Nederland. "Steeds meer mensen zijn op zoek naar zingeving en rituelen. Vrijmetselarij is een methode voor het vormen van een levenshouding waar je zelf mee aan de slag moet. Er zijn geen leerstellingen wel het uitgangspunt dat iedereen gelijkwaardig is."


Het doel van de vrijmetselaars is zichzelf een beter mens te maken. Zij zien zichzelf als een ruwe steen die bewerkt moet worden, om te kunnen worden ingepast in het bouwwerk van de maatschappij. Het is dan ook de eerste arbeid van een leerling in de tempel om letterlijk met hamer en beitel te hakken in een ruwe steen.

De vrijmetselaars kijken wat meewarig naar dure coaching-trainingen. "Je ziet mensen vijfhonderd of duizend euro per dag betalen voor cursussen voor hun persoonlijke ontwikkeling. Wij waren er altijd al, het is een permanente vorming en voor veel minder geld. De contributie is 270 euro per jaar."


De verborgen rituelen van de vrijmetselaars hebben door de eeuwen heen aanleiding gegeven voor de wildste speculaties. Geheel onterecht, zeggen de Deventer broeders. De geheimhouding van wat er in de tempel gebeurt is essentieel, zeggen zij. Want als een nieuwe broeder tevoren niet weet wat hem staat te gebeuren, ervaart hij de rituelen optimaal. "Alleen zo kun je de inhoud goed beleven. Je moet onbevangen zijn om zulke subtiele zaken mee te maken. Tegenwoordig moet alles steeds heftiger omdat iedereen alles al weet. Het verrassingseffect is dan weg."

"Het is een inwijdingsgenootschap", benadrukt Hein Heuven van de loge. "De essentie zou weg zijn als er geen inwijding meer was. Die transitie is heel belangrijk." De inwijding is voor elke broeder een belangrijke belevenis. "Het was voor mij een existentieel moment." zegt Frans Corten. "Je hebt alles afgegeven en staat er alleen voor. 'Nu komt het op mij aan', dacht ik. Status heb je niet meer. Er opent zich een andere wereld met andere woorden en andere gebruiken. Een mysterieuze wereld."


Een van de doelen van de vrijmetselaars is te zoeken naar wat mensen bindt. "We trekken ons terug om rijker naar voren te komen. Het is geen vluchtplaats. De ervaringen hier heb je nodig om tot bezinning en verdieping te komen", zegt Hein Heuven. "Ik kan het niet alleen. Ik heb mijn broeders nodig. Ik kom hier in contact met het gedachtegoed van mensen waar ik anders niet van had geweten."


Graag zouden ze zichzelf de oudste vereniging van Deventer noemen. Met de respectabele leeftijd van 225 jaar zou dat ook goed kunnen. Maar de werkelijkheid is anders: de vrijmetselaarsloge 'Le Préjugé Vaincu' is de op één na oudste vereniging van Deventer. De Maatschappij voor Handel en Nijverheid is ouder, zij het met een miniem verschil van slechts zeven jaar. De wortels van de vrijmetselarij liggen in de verlichting. Het onbevooroordeeld zoeken naar waarheid was het uitgangspunt voor de Deventer vrijmetselaars. Op 9 februari 1784 werd het Deventer genootschap opgericht, tijdens de patriottentijd. In de 225 jaar van het bestaan van de loge hebben de broeders tweemaal de deuren moeten sluiten. In beide gevallen omdat de overheid hen onwelgevallig was. Drie jaar na de oprichting werden bijeenkomsten in de toenmalige loge aan de Kleine Overstraat verboden door het nieuwe, anti-patriottistische stadsbestuur en het gebouw werd bij opbod verkocht. Pas in 1798 werd het verbod opgeheven. De tweede maal was in 1940 toen het logegebouw aan de Rijkmanstraat in beslag werd genomen door de bezetter en het gebouw werd verhuurd aan de NSB. De Duitsers maakten het werk van organisaties die het vrije denken nastreefden onmogelijk en de loge ging ondergronds. Enkele leden zaten in het verzet. In 1945 werd het pand verwoest tijdens een bombardement.



Na de oorlog duurde het nog negen jaar voordat er een nieuw logegebouw verrees op dezelfde plek aan de Rijkmanstraat. Gebouwd door architect W. Smits die het ontwierp volgens de principes van de vrijmetselarij en de gulden snede. "Er zijn maar weinig loges in Nederland die gebouwd zijn als vrijmetselaarsgebouw", zegt Frans Corten van Le Préjugé Vaincu. "Je ziet het terug in de verhoudingen van de gulden snede die overal terugkomen. Maar ook aan de patronen in de vloer die we bij de verbouwing in ere hebben hersteld." De patronen leiden vanaf de zogeheten voorhof op de begane grond naar de tempel op de eerste verdieping.


Het boekje 'Overpeinzingen' is een wandeling 'langs sporen van het geestelijk erfgoed' van Deventer. Het geeft een overzicht van de grote denkers die Deventer heeft grootgebracht of die er gewoond hebben. Te beginnen bij Lebuïnus komen onder anderen Geert Grote, Erasmus, Descartes, Albert Schweitzer en Etty Hillesum aan bod. Met deze selectie van mensen uit alle tijden, van verschillende religies en met uiteenlopende opvattingen benadrukt Heuven het vrije denken van de vrijmetselaars. Om het eigen gedachtegoed van de vrijmetselaars recht te doen heeft Heuven ook een bundel samengesteld met beschouwingen van vrijmetselaren uit de loge 'Le Préjugé Vaincu'. In de bundel met de titel 'Een te voltooien bouwwerk' zijn 26 'bouwstukken' (voordrachten) verzameld. Het bespreken van zulke beschouwingen is een belangrijk onderdeel van de 'geestelijke arbeid' van de vrijmetselaars. Beide bundels zijn in de boekhandel verkrijgbaar.


"We zijn geen club van oude rijke mannen die met elkaar komen netwerken", zegt Fred Corpeleijn. "Het is een bonte verzameling mannen uit alle lagen van de bevolking. Onze gemiddelde leeftijd is 57. Je wordt niet door een lid voorgedragen, ik werd ingewijd zonder iemand te kennen. En netwerken is taboe, dat doe je niet. Sterker nog, je legt symbolisch alle materialistische zaken af. Maatschappelijke status telt hier niet."


In de 19e eeuw werden de vrijmetselaars ervan verdacht het stadsbestuur te domineren, maar die verdachtmakingen worden niet gestaafd door archiefmateriaal. Slechts weinig vrijmetselaars waren lid van het gemeentebestuur. Corpeleijn weet dat er nog wildere verhalen worden gefluisterd over staatsondermijnende praktijken en voodoo. "Je kunt er moeilijk tegen ageren omdat je het niet kunt laten zien. Er zijn geen foto's of films. Dan vormen mensen hun eigen gedachten."