Het logebouw

 

 

   


Het gebouw

 

Na de aanleg van de spoorweg -1868- en de bouw van het station begon Winschoten zich in de tweede helft van de 19de eeuw geleidelijk in zuidelijke richting uit te breiden. Verschillende percelen groenland waren rond de eeuwwisseling het eigendom van Mevr. A.A.S. Tromp Meesters - Viëtor, fabrikant te Steenwijk, die in 1897 van de gemeente vergunning verkreeg om de Emmastraat aan te leggen. Het gemeentebestuur rekende het in die tijd nog niet tot haar taak om zelf te investeren in infrastructuur. Wegenaanleg en huizenbouw gebeurde door particulieren, weliswaar in overleg en volgens voorschriften van de overheid.

Omstreeks 1900 verschenen de eerste huizen langs de Burgemeester Venemastraat. Het blok waarin nu de loge gevestigd is werd in 1907 door de Groningse bouwondernemer Ibel Jelsma voor bewoning gebouwd. De vijf woningen nrs. 8 t/m 16 vormen architectonisch een geheel. De gevelwand bestaat uit vijf geledingen, die door verspringen en gebruik van verschillende steensoorten toch elk duidelijk een eigen identiteit tonen. Nadat nr. 8 verschillende malen in andere handen was overgegaan, werd het in 1960 door de loge aangekocht en als verenigingsgebouw ingericht. De gevel van het logegebouw is opgetrokken uit witte geglazuurde baksteen, waarin ter verlevendiging accenten van rode baksteen en van natuursteen zijn aangebracht. De ingang is gelokaliseerd in een iets naar voren springende gevelpartij die als een torentje opgemetseld is tot aan het platte dak en wordt gedekt door een laag tentdak, bekroond door een piron. De voordeur heeft een hardstenen omlijsting en twee zijlichten met glas in loodornamenten. De latei wordt ter weerszijde tussen zijlichten en deur ondersteund door colonetten.


 

De tempel