St. Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch
 

 

Het bouwbedrijf van een middeleeuwse kathedraal mag nooit stilvallen. Het begin is een dikwijls honderden jaren lange bouwcampagne om de grote, hoge en rijkversierde kerk te realiseren. Vervolgens komt het eeuwigdurende onderhoud, dat zelfs al tijdens de bouw begint. Wanneer het werk stopt - door geldgebrek, bij oorlog of door wat voor oorzaak dan ook - betekent dit een onherroepelijk verval dat naarmate de tijd voorschrijdt versneld om zich heen grijpt.

De bouwloods bij de kerk is de plaats èn de instantie waar de bouwactiviteiten worden voorbereid, vanwaar de loodsmeester -de leidende architect- de onderneming stuurt, waar de steenhouwers, metselaars, beeldhouwers en anderen die bij de bouw zijn betrokken, te werk zijn gesteld.

Ook de bouwloods bij de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch is zo'n eeuwig bedrijf. Al aan de eerste, Romaanse kerk, de voorganger van de huidige kathedraal werd in de dertiende en veertiende eeuw voortdurend gebouwd. Omstreeks 1380 besloot men tot de nieuwbouw van een grote gotische kerk, een onderneming die doorliep tot ver in de zestiende eeuw. Maar toen in 1584 de hoge laatgotische middentoren ten gevolge van een felle brand na blikseminslag neerstortte over het zuidtransept en schip, werd volstaan met herstel van de kerk, de toren is nooit niet meer in haar oude glorie herbouwd.

Verval en herstel

De activiteiten in de bouwloods van de Sint-Jan waren tengevolge van de sterk gewijzigde godsdienstige en politieke situatie in het derde kwart van de zestiende eeuw sterk teruggelopen. De Romaanse westtoren werd in het begin van de zestiende eeuw voorzien van een gotische bovenbouw en torenspits, en bleef gehandhaafd vóór het gotische schip. In de laatste jaren van de zestiende en in het eerste kwart van de zeventiende eeuw gebeurde aan het gebouw niet meer dan het hoogstnoodzakelijke. In die periode leidde de Contrareformatie vooral tot een verfraaiing van het interieur.

Na de val van 's-Hertogenbosch voor Frederik Hendrik in 1629 werd de Sint-Jan overgedragen aan de hervormden. Dit betekende in feite een lange periode van minimaal onderhoud en verwaarlozing. In de late achttiende eeuw werd voor het eerst over een grootscheeps herstel gesproken, en nadat de kerk in 1810 weer in katholieke handen was gekomen, zijn er op bescheiden schaal herstellingswerkzaamheden verricht.

Van 1859 tot 1946 volgde de eerste grote restauratie, maar al in de dertiger jaren van deze eeuw werden opnieuw ernstige gebreken zichtbaar en moest wat gerestaureerd was weer worden hersteld. Van 1961 tot 1985 volgde tenslotte een tweede, uiterst kostbare en ingrijpende restauratie. Deze negentiende- en twintigste-eeuwse werkzaamheden aan het gotische kerkgebouw, leidden tot het herstel van de bouwloods. De heropgerichte bouwloods was het bureau van de restauratiearchitecten en de werkplaats van de beeld- en steenhouwers. Geleidelijk raken de loodsen overvol met van de kerk verwijderd middeleeuwse beeldhouwwerk en bouwfragmenten, gipsafgietsels van originele stukken sculptuur, modellen en ontwerpen voor de vervangingen, bouw- en ontwerptekeningen, foto's, verdere documentatie en het restauratiearchief.

 Na de voltooiing van de tweede restauratiecampagne werd besloten al dit materiaal een onderkomen te bieden in een moderne vervanging van de versleten houten bouwloods. In deze bouwloods, waarin ook het kerkarchief werd ondergebracht, is nu de geschiedenis van de bouw en de restauratie veilig gesteld. Op de bovenverdieping is een permanente expositie ingericht van enkele honderden stuks middeleeuws beeldhouwwerk, modellen en oude kopieën. Hier staat de bezoeker oog in oog met de monsters, muzikanten, fabeldieren, heiligen, wildemannen, koningen en profeten van de steunberen, luchtbogen en wimbergen, die normaal gesproken op hun eigenlijke plaats aan de rijkversierde kerk, nauwelijks zichtbaar zijn.

Tijdstabel

1185 stichting van de stad 's-Hertogenbosch
1222 de eerste vermelding van de Romaanse Sint-Jan
1250-1260 bouw van de Romaanse, bakstenen toren
1380 begin bouw van de nieuwe gotische kerk
1380-1425 bouw van de straalkapellen en het koor
1425-1525 bouw van het transept en het schip
1523-1529 bouw van de houten middentoren
1559 de Sint-Jan wordt bisschopskerk
1584 blikseminslag: instorting van de middentoren   
1629 de Sint-Jan wordt hervormde kerk
1859-1946 de eerste restauratie
1959-1878 noordtransept, westtoren, noordzijde schip
1877-1882 Lieve-Vrouwekapel, westgevel den doopkapel
1883-1905 zuidzijde schip, zuidtransept, middentoren
1906-1946 koorpartij en straalkapellen
1961-1985 de tweede restauratie
1961-1984 noordtransept
1968-1976 middenschip
1974-1982 westtoren
1977-1982 zuidtransept en westgevel
1975-1985 interieur van de kerk

 

Terug