Minimaliseren

 

De werkwijze van de vrijmetselarij is die van de Inwijding, een ritueel spel.

De Winkler Prins Encarta zegt over 'inwijding':

"Bij de term initiatie (inwijding) denkt men speciaal aan bepaalde riten, waardoor een mens ingeleid wordt tot een nieuwe staat van leven, of tot inzicht komt omtrent waarheid. Deze ceremoniën behoren meestal tot de rites de passage (overgangsriten): zij bevestigen de overgang van het ene levensstadium naar het andere, veelal symbolisch weergegeven als een sterven en opnieuw geboren worden."

Er zijn binnen de vrijmetselarij drie graden van Inwijding, die drie opeenvolgende stadia van geestelijke ontwikkeling van de mens symboliseren:

  • In de eerste graad wordt de kandidaat aangenomen en werkt hij met name aan het worden van beter mens als leerling-vrijmetselaar - gericht op het verwerven van zelfkennis;
  • Later volgt de bevordering tot gezel, strevend naar samenwerking met zijn medebroeders en zelfontplooiing in de samenleving;
  • Tenslotte wordt dan de verheffing tot de meestergraad voltrokken. Deze verwijst naar de bereidheid tot het brengen van offers, uit liefde voor de medemens en het nemen van de totale verantwoordelijkheid voor zijn doen en laten in deze wereld. Ook de verhouding tot het onnoembare wordt hierin verbeeld.

De rituelen worden altijd voltrokken in de beslotenheid van de loge. Teksten en handelingen worden niet openbaar gemaakt. Ze dienen verborgen te blijven voor de kandidaat en in het algemeen voor iedere niet-vrijmetselaar.


De beslotenheid wordt fraai geïllustreerd in een verwijzing naar de kathedraalbouw: De gebrandschilderde ramen van een kathedraal vertonen van buitenaf gezien een donker en dof beeld, dat weinig of niets onthult. Maar wie zich in de kathedraal bevindt, ziet dezelfde vensters tegen het daglicht en ervaart het beeld als kleurrijk, levend en veelzeggend. In de vergelijking hiermee is het 'geheim' van de maçonnieke werkwijze verduidelijkt: het kan niet meegedeeld worden, het moet worden beleefd.